Carintje

Ik ben een lelijke poes zeiden ze, ze brachten mij naar een plaats met veel bomen. Daar kwam een meisje langs en bracht mij naar Lotje. Die gaf mij een naampje. Neen niet lelijkaard maar Carintje. Ik mocht naar een meneer in witte kiel. Die gaf mij een spuitje, tegen stoute kleine beestjes. Nu heeft Lotje mij gezegd dat ik nog een beetje moet blijven tot mijn tweede spuitje en een operatietje zodat ik geen beebies meer kan krijgen en dan mag ik naar mensen die mij wel mooi vinden.